Quaco / Kwakoe
Quaco werd omstreeks 1770, toen hij ongeveer acht jaar oud was, in het westen van Afrika ontvoerd. Nadat hij aan de kust van Guinee verkocht was aan een slavenhaler van de Middelburgse Commercie Compagnie en tot slaaf was gemaakt, werd Quaco naar Suriname verscheept. Vanuit hier vertrok hij in 1777 met zijn eigenaar, de Schotse Brigade-kapitein John Gabriel Stedman, naar Bergen op Zoom waar hij zijn vrijheid verkreeg.
In het centrum van Paramaribo staat op de hoek van de Zwartenhovenbrugstraat en de Dr. Sophie Redmondstraat een monument dat op 30 juni 1963 werd onthuld door de premier Johan (Jopie) Pengel (1916-1970) ter gelegenheid van het eeuwfeest van de afschaffing van de slavernij door Nederland in de West-Indische koloniën op woensdag 1 juli 1863. Beeldhouwer Jozef Klas ontwierp dit zeer populaire beeld. Het stelt de bevrijde Afrikaanse tot slaafgemaakte Kwakoe voor, die zijn ketenen heeft verbroken. Kwakoe is in het Ashanti de naam voor een tot slaafgemaakte man geboren op woensdag.