Slavernij
SLAVERNIJ
Begin van de slavernij
Slavernij is zo oud als de mensheid, oude culturen als de Grieken, Romeinen en Egyptenaren maakten veel gebruik van tot slaaf gemaakten. De Afrikaanse slavernij nam echter pas in de 17e eeuw grote vormen aan. De Nieuwe Wereld groeide hard en de Spanjaarden, Hollanders, Portugezen en Engelsen hadden veel arbeiders nodig om deze groei te bewerkstelligen. Zo kwam het dat er in de 17e eeuw voor het eerst Afrikaanse tot slaaf gemaakten werden gekocht om het werk op bijv. de suikerplantages in Suriname te doen.
Woonhuis op de plantage Catharina in Suriname
De reis naar Suriname
De tot slaaf gemaakten werden per boot vervoerd vanuit Afrika. De omstandigheden aan boord waren ontzettend slecht. De reis van Afrika naar Suriname was zo zwaar dat alleen de allersterkste overleefden dit. Er waren geen faciliteiten zoals een toilet aan boord en het schip werd zo vol geladen dat de tot slaaf gemaakten 2 a 3 maanden tegen elkaar aan gepropt zaten. Eenmaal op het vaste land werden de tot slaaf gemaakten gepoetst en opgelapt om verkocht te worden aan blanke kooplieden op de markt. Meestal gingen de tot slaaf gemaakten eerst naar Curaçao en dan door naar Suriname.
Het leven van een tot slaaf gemaakte
Aangekomen in Suriname werden de tot slaaf gemaakten vrijwel meteen werden gebrandmerkt door de nieuwe eigenaar. De tot slaaf gemaakten werden verplicht om te werken voor hun nieuwe “eigenaar”. Op de plantages werden producten verbouwd zoals tabak en suiker. Ze werden hier strak in de gaten gehouden door toezichthouders. De toezichthouders straften hard als ze zagen dat de tot slaaf gemaakte niet aan het werk was of in opstand kwam. Veel van de tot slaaf gemaakten moesten werken op de suikerriet plantages, dit was zwaar werk en de omstandigheden waren ook hier slecht. De vrouwelijke tot slaaf gemaakten moesten als huisslaaf aan de slag en werden vaak misbruikt door hun meester, de mannelijke tot slaaf gemaakten moesten hard werken op de plantage. Ze hadden geen rechten en werden voor de meest onzinnige dingen gestraft. Duizenden tot slaaf gemaakten probeerden te ontkomen en hielden zich schuil in de bossen rondom de plantages. Zij (Marrons) zetten in de bossen hun leven weer op en behielden hiermee de cultuur van West-Afrika.
Woonhuis op de plantage Catharina in Suriname
Opheffing Slavernij
Wisselbrief voor A.D. Charlouis uitgegeven op 23 juli 1863 in Suriname ter waarde van driehonderd gulden.
Slavernij in Suriname
De slavernij in Suriname duurde ongeveer 250 jaar, van 1600 tot 1863. In die periode kende Suriname veel heersers zoals de Engelsen, Fransen en Hollanders. De Engelsen begonnen met cacao- en suikerplantages, aangelegd door Afrikaanse en Indiaanse tot slaaf gemaakten. Toen de Hollanders hoorden van dit succes besloten ze het land over te nemen, wat in 1667 ook gebeurde. Hiermee namen zij ook de plantages inclusief de tot slaaf gemaakten over. In 1830 werd de invoer van tot slaaf gemaakten afgeschaft, wat betekende dat er uiteindelijk pas in 1863 geen tot slaaf gemaakten meer waren. Nederland was hiermee het laatste Europese land dat wettelijk de slavernij afschafte.
Keti Koti
Ketikoti is een van oorsprong Surinaamse feestdag, jaarlijks op 1 juli, ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent ‘ketenen gebroken’.